10 februari 2022

Populariteit duurzame woning groeit, duurzame financiering vaak grote onbekende

Hoge drone foto, vrouw onderin met armen gespreid, alle zonnepanelen in beeld.

HILVERSUM 10 februari 2022 - Verduurzaming komt steeds meer op het netvlies te staan van Nederlandse woningeigenaren. Desondanks is de bekendheid met de verschillende financieringsmogelijkheden om te investeren in energiebesparende maatregelen zoals isolatie, warmtepompen of zonnepanelen nog te laag. Dat blijkt uit onderzoek dat het Nationaal Warmtefonds onlangs heeft uitgevoerd. Het Warmtefonds pleit voor nauwere samenwerking tussen landelijke financiële regelingen en duurzame initiatieven op regionaal en lokaal niveau.

Verduurzamingsintentie

Uit het onderzoek onder ruim 2.000 eigenaar-bewoners blijkt dat bijna vier op de tien (38%) een sterke intentie hebben om de woning in de komende drie jaar (verder) te verduurzamen. Een kwart van de ondervraagden (24,9%) geeft aan dit ‘misschien’ te willen doen. Zo’n 20% van de mensen is niet van plan te verduurzamen en 15% geeft aan dat de woning inmiddels al voldoende duurzaam is. Voor de groep die niet in een duurzaam huis woont, maar niet van plan is om te verduurzamen zijn de belangrijkste redenen: onzekerheid over de toekomstige woonduur en onvoldoende geld om te verduurzamen. Deze uitkomsten zijn in lijn met de recente analyse van De Nederlandsche Bank (DNB) waaruit blijkt dat een op de vijf huizenbezitters de verduurzaming van zijn huis niet kan betalen.

Warmtefonds-bestuurslid Maartje Brans: “De twee onderzoeken bevestigen het beeld dat de verduurzamingsbereidheid onder woningeigenaren groeit en dat kosten een aandachtspunt zijn. Financiering is vaak wel mogelijk, maar nog onvoldoende bekend bij woningeigenaren.” Meer duidelijkheid en betere samenwerking tussen financiers en lokale en regionale overheden kunnen volgens het Warmtefonds de investerings- en verduurzamingsdrempel verder verlagen. “Zeker voor de 80 procent van de woningbezitters die op basis van hun inkomen de lasten in principe goed kunnen dragen. Voor de 20 procent van de woningbezitters die de lasten niet kunnen dragen, wordt door het Warmtefonds gewerkt aan een andere, nieuwe financieringsoplossing.”

Financieringsbereidheid

Een investering met eigen geld is de financieringsmogelijkheid (67,8%) die als meest interessant wordt gezien, gevolgd door subsidies (50,2%). Energiebesparende maatregelen meefinancieren in de hypotheek is met 12,9% matig populair. Slechts 6,8% van de eigenaren die open staan voor woningverduurzaming blijkt bereid om hiervoor een aparte lening af te sluiten.

Brans ziet verschillende mogelijkheden voor de 4,3 miljoen Nederlandse huizenbezitters: “Zij kunnen dit jaar gebruik maken van verhoogde investeringssubsidies voor duurzame maatregelen van de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO). Daarnaast is een verantwoorde lening tegen een lage rente wat ons betreft interessant, omdat de investering zich vaak al direct uitbetaalt in lagere energielasten, een beter energielabel en waardebehoud of -stijging van de woning. Financiering zou daarom geen breekpunt voor eigenaar-bewoners meer hoeven zijn om te investeren in duurzaamheid.”

Leenangst wegnemen

De lage bereidheid om te lenen komt deels voort uit onbekendheid. Uit het onderzoek van het Warmtefonds blijkt namelijk dat de meeste mensen niet (goed) bekend zijn met alle financieringsmogelijkheden. De helft van de ondervraagden (50,8%) weet dat er subsidies zijn, maar als het gaat om duurzame leningen van gemeenten (23,8%) of banken (5,2%) is de bekendheid een stuk lager. Ruim een kwart van de ondervraagden (28,1%) kent zelfs geen enkele financieringsmogelijkheid.

Brans ziet dat verschillende gemeenten hun eigen financieringsregelingen optuigen, maar dat dit niet per se nodig is en het de inzichtelijkheid voor de woningeigenaar niet altijd ten goede komt. “We zien het daarom ook als onze opdracht om duidelijk te maken dat er voor zowel particulieren als VvE’s al verantwoorde financieringsmogelijkheden zijn met een landelijke beschikbaarheid. De Rijksoverheid levert een bijdrage voor onze financiering, waardoor de rente voor een lening relatief laag is. Een reële mogelijkheid dus voor eigenaren, naast de opties van spaargeld inzetten of hypotheekruimte gebruiken.”

Lokaal extra stimuleren

Brans benadrukt dat huizenbezitters mede-afhankelijk zijn van de warmtevisie van hun gemeente. “In krimpgebieden, zoals in Noord- en Oost-Nederland of Limburg, blijken volgens de recente DNB-analyse warmtenetten bijvoorbeeld veel minder eenvoudig te realiseren dan in de Randstad. Waardoor de huizenbezitters in deze regio’s gebruik moeten maken van andere beschikbare warmtebronnen. Juist in deze regio’s wonen volgens het Warmtefonds-onderzoek ook relatief veel eigenaren die aangeven de verduurzaming van hun woning niet te kunnen betalen.”

Financiers en lokale overheden moeten elkaar daarom beter weten te vinden, zeker in die gebieden. Brans: “Door de landelijke financiële regelingen toegankelijker te maken met een extra stimulans, bijvoorbeeld met een rentekorting zoals in de provincies Drenthe, Friesland en Zeeland. Of zelfs een volledige rentevergoeding, zoals gemeente Den Haag die nu beschikbaar stelt voor inwoners die een Energiebespaarlening Den Haag afsluiten om te verduurzamen. Op die manier kunnen woningeigenaren en VvE’s dan verantwoord passende maatregelen nemen die passen bij de visie voor hun regio, de plannen in hun wijk en de specifieke behoefte van hun huis.”